Weeg ca. 0,2 gram nicotine nauwkeurig af in een maatkolf
van 10 ml, vul de maatkolf aan met tolueen/chloroform mengsel en
homogeniseer.
d. Bereiding van de standaarden
Pipetteer in 4 maatkolven van 50 ml 0,5; 1,0; 1,5 en 2,0
ml nicotineoplossing en vervolgens 2 ml interne standaard. Vul de maatkolven
aan met tolueen/chloroform mengsel en homogeniseer.
e. Instelling van de apparatuur
Het in werking stellen van de gaschromatograaf en het
instellen van de basislijn op de recorder dient te geschieden volgens het
bij de gaschromatograaf aanwezige voorschrift, met dien verstande, dat de
onderstaande gegevens bindend zijn!
Stel de gaschromatograaf als volgt in:
ovenlimiet: 250 EC
kolomtemperatuur: 220 EC
injectiebloktemperatuur: staat
ingesteld
detectortemperatuur: staat ingesteld
gevoeligheid: 10 x
attenuator: 32 of 64
Stel de recorder als volgt in:
gevoeligheid: 10 mV
papiersnelheid: 2 mm/min
basislijn: papierstand 10
f. Meting
Injecteer van de standaarden en de monsteroplossing 1-2
μl op de kolom (duplo).