Het gehalte koper in een oplossing waarin een grote hoeveelheid natriumchloride zit, wordt met behulp van twee methodes op de atomaire absorptie spectrometer bepaald: de ijklijnmethode en de standaardadditie methode.

Met behulp van de gegevens die in het Akookboek AAS@ zijn terug te vinden, moet een geschikte ijklijn en een geschikte verdunning van het monster gemaakt worden.

1. Standaard koperoplossing (100 mg/l)

2. Salpeterzuur (6 mol/l)

 

Koperoplossing (ca. 25 mg/l in 5 g/l natriumchloride)

Maak uit de standaard koperoplossing vijf geschikte kalibratie-oplossingen. Houd hierbij rekening met het lineair bereik voor koper (zie kookboek AAS).

Voeg een geschikte hoeveelheid salpeterzuur (6 mol/l) toe; de concentratie salpeterzuur moet uiteindelijk ca. 0,2 mol/l zijn. Vul aan met demiwater en homogeniseer.

Maak, in duplo, een geschikte verdunning van het analysemateriaal. Voeg een geschikte hoeveelheid salpeterzuur (6 mol/l) toe; de concentratie salpeterzuur moet uiteindelijk ca. 0,2 mol/l zijn. Vul aan met demiwater en homogeniseer.

Meet de extincties van de kalibratie-oplossingen en de monsters volgens de handleiding van de AAS.

Dit onderdeel wordt in duplo uitgevoerd.

Maak 5 standaardadditie-oplossingen door in de maatkolven een geschikt volume van de monsteroplossing en geschikte volumes van de koper standaardoplossing te pipetteren. Houd hierbij rekening met het lineair bereik van koper (zie kookboek AAS).

De concentratie salpeterzuur in iedere maatkolf moet ca. 0,2 mol/l bedragen. Vul de maatkolven aan met demiwater en homogeniseer.

Meet de extincties van alle oplossingen volgens de handleiding van de AAS.

Maak een ijklijn (Excel) en bepaal de concentratie koper in de monsteroplossing. Bereken vervolgens de concentratie koper in het onverdunde monster.

Maak ijklijnen (met Excel) en bepaal door extrapolatie de concentratie koper in het verdunde monster. Bereken vervolgens de concentratie koper in het onverdunde monster.

Vergelijk de correlatiecoëfficiënten van beide methodes en bespreek het nut van de standaardadditie methode voor het in dit experiment gebruikte analysemateriaal.