SV07a. BEPALING VAN IJZER MET O-FENANTROLINE
INLEIDING
IJzer(II)ionen geven in een oplossing van pH 2 tot 9 met
orthofenantroline een oranje gekleurd complex. De lichtabsorptie van de
gekleurde vloeistof wordt gemeten met een spectrofotometer. Er wordt een ijklijn
opgesteld aan de hand van enkele standaardoplossingen. Het gehalte van het
onbekende monster kan via de gemeten extinctie in de grafiek worden afgelezen.
REAGENTIA EN APPARATUUR
Ammonia (2 mol/l)
Hydroxylammoniumchloride-oplossing (100 g/l)
Orthofenantroline x H2O of
orthofenantroline x HCl
Paranitrofenol
IJzer(II)oplossing (20 mg/l)
Wijnsteenzuuroplossing (100 g/l)
Zoutzuur (2 mol/l)
Spectrofotometer
ANALYSEMATERIAAL
Een ijzermonster met ca. 15%(m/m)
ijzer(II)
WERKWIJZE
Weeg, in duplo, ca. 200 mg monster nauwkeurig af en los op in
ca. 20 ml 2 mol/l zoutzuur. Breng deze oplossing kwantitatief over in een
maatkolf van 500 ml, vul aan en homogeniseer.
Pipetteer in maatkolven van 100 ml respectievelijk 0, 5, 10,
15, 20 en 25 ml ijzerstandaard en in twee andere maatkolven van 100 ml 5 ml
monsteroplossing.
Voeg aan iedere maatkolf 10 ml wijnsteenzuuroplossing en drie
druppels paranitrofenol toe.
Voeg ammonia 2 mol/l toe tot de oplossing sterk geel gekleurd
is. Druppel nu (langzaam!) zoutzuur 2 mol/l bij, tot de oplossing juist heel
licht geel tot kleurloos is.
Voeg nu 1 ml hydroxylammoniumchloride-oplossing en 10 ml
orthofenantroline-oplossing toe. Vul aan met water en homogeniseer. Laat de
oplossing gedurende 30 minuten staan.
Neem van de hoogste ijkoplossing het spectrum op tussen 400
en 600 nm en bepaal de golflengte waarbij de extincties gemeten moeten worden.
Stel de fotometer zonder cuvet op A 0 @. Meet vervolgens de
extincties van de blanco, de ijkoplossingen en de monsteroplossingen. Controleer
tussen de metingen door of de fotometer niet verloopt; zo nodig opnieuw op A 0 A
instellen.
UITWERKING
Teken de ijklijn op mm-papier. Bepaal grafisch de
concentratie ijzer(II) in de monsteroplossingen.
Bereken het massapercentage ijzer(II) in het monster. |