a. Standaardoplossing:
Weeg ca. 100 mg nicotine nauwkeurig af in een maatkolf
van 500 ml. Voeg ca. 50 ml 0,1 mol/l zwavelzuur toe en meng goed. Vul de
maatkolf aan met 0,1 mol/l zwavelzuur en homogeniseer.
Pipetteer uit deze oplossing 25 ml in een maatkolf van
250 ml, vul aan met 0,1 mol/l zwavelzuur en homogeniseer. Neem van deze
oplossing een absorptiespectrum op tussen de 200 en 300 nm. Bereken de
concentratie van de standaardoplossing.
b. Monsteroplossing:
Weeg (in duplo) ca. 1 g monster nauwkeurig af en breng
dit m.b.v. 25 ml demiwater kwantitatief over in een driehalskolf van 250 ml.
Voeg vlak voor het begin van de stoomdestillatie begint 30 g natriumchloride
en 5 ml 8 mol/l natronloog aan de inhoud van de kolf toe.
Vang 220 ml destillaat op in een maatkolf van 250 ml, die
10 ml 1 mol/l zwavelzuur bevat. Vul daarna aan tot de maatstreep met
demiwater.
Pipetteer 25 ml van de monsteroplossing in een maatkolf
van 100 ml. Vul aan met 0,1 mol/l zwavelzuur.
Bereid een blanco door 10 ml 1 mol/l zwavelzuur te
verdunnen tot 250 ml met demiwater. Verdun deze oplossing op dezelfde wijze
als de monsteroplossing.
c. Meting: